• DNA met Maliskamp, Maliskamper in hart en nieren                

    Alweer 16 seizoenen aaneengeregen knalt Ron van Boxtel (34) elke wedstrijddag in Maliskamps eerste elftal. Zijn vader Hans – ook bekend als ‘’t Bokkie’ - ging hem in de jaren zeventig en tachtig voor in de hoofdmacht. Nog steeds is Hans, op een hele korte onderbreking na, zo ongeveer dagelijks druk in de weer. Altijd voor de club. In de begeleiding van het eerste team, maar net zo makkelijk in de kantine, op de accommodatie, of als zeer gewaardeerde snertmaker bij evenementen.

    Nu ‘leggen’ we zoon Ron onder het vergrootglas. Je zou dus kunnen spreken van een soort van Bokkie 2.0.

    Het voetbal zit grondig geworteld in het DNA van de sociotherapeut in de verslavingszorg bij Novadic-Kentron. Ontegenzeggelijk kreeg hij dat mee van zijn ouders. Pa speelde in het tweede of eerste elftal en moeder Marij was de turbo, de Speedy Gonzales van het allereerste vrouwenteam van Maliskamp. Zelfs op de kalender werd Ron in zijn geboortejaar 1988 omringd door voetbal. 23 Juni is de oprichtingsdatum van Maliskamp, twee dagen daarna haalden Gullit en consorten in München de Europese titel op en daar tussenin zag hij op de 24e het levenslicht in de Cyclamenstraat in Rosmalen. Vader Hans bewerkstelligde als speler een kleine maand eerder met het eerste elftal promotie (in de nacompetitie werd op de velden van B.V.V. F.C. Engelen met 4-1 resoluut teruggewezen).

    Ron was eerder aangemeld als lid van de voetbalclub dan dat hij zich Nederlands staatsburger mocht noemen; immers, de burgerlijke stand van Rosmalen kwam op het tweede plan. En fanatiek was hij. Als F-pupilletje vond hij het erger en was hij ontdaan en haast ontroostbaar niet te mogen voetballen omdat hij koorts had. Maar, niet alleen daarom. Verliezen was voor hem net zo veel als het einde van de wereld, niet te genieten! Zijn vader was één van zijn eerste trainers; dat geldt ook voor Hans van Hoof.

    Op zijn twaalfde (pas) had de regionale FC zijn talenten in het vizier en verkaste hij naar de bespeler van stadion De Vliert. Goede herinneringen heeft hij aan de trainers Richard Stricker en William van Overbeek. Maar, zijn vaardigheden bleken een jaar of vijf later in de ogen van Den Bosch toch niet dusdanig dat de bvo zijn broodheer werd. Na (toen nog) de A-junioren werd deze blauwwitte episode beëindigd.

    Okay, geen contract, jammer, maar wel degelijk interesse van gerenommeerde amateurclubs. Echter, Ron volgde zijn hart en keerde zonder ommezwaai terug naar rood-wit, naar Maliskamp.

    Tegen inmiddels vergane glorie als T.G.G., Heerewaarden, Rossum en Herptse Boys in de vijfde klasse 5F was toch effe andere koek dan landelijk klinkende namen als Ajax, De Graafschap, P.S.V. of Roda J.C….

    Maar, een “Ándale arriba” (Spaans voor “schiet op”) hoefde in de hernieuwde ambiance niet aan hem te worden besteed. Helemaal niet nodig, ook op dat niveau niet. Hij ging voorop in de strijd, zoals hij dat nog altijd heel gedreven doet.

    Bij Maliskamp, waarmee hij vanaf zijn terugkeer in 2006 twee keer promoveerde, zich eenmaal op het nippertje handhaafde en ook één competitie afsloot met degradatie, is hij ondertussen actief onder alweer de zevende trainer. Na Jos van der Els, Theo van Geffen en Ben Hoek volgden Henk van Hattum, Koos Meesters, Willem van den Berg en sinds het begin van het lopende seizoen Manfred van Erp.

    Maak wat nader kennis met de exponent van de tweede generatie Van Boxtel; aanvoerder, kartrekker en bikkel in Maliskamp 1.


    Wat is er volgens jou nou eigenlijk zo leuk aan voetballen?
    “Het leveren van strijd, maar bovenal het ultieme doel om samen te spelen, de teamsport en -spirit dus”.

    Je partner Noortje denkt dat je pas stopt als je op een maandagochtend niet meer kunt lopen! Klopt die gedachte denk je?
    “Nou, dat zal wel meevallen. Normaal gesproken zitten er nog wel een paar jaar in het vat. Als ik er maar plezier in hou. We hebben een heel leuk team en wat voor mij zeker ook weegt, is dat ik er energie uithaal en het tegelijk een uitlaatklep voor me is”.

    Je zoontjes, Wes en Raf, worden of zijn dat Maliskampers?
    “Nu zijn het dat wel, straks worden ze aangemeld bij B.M.C. Is gewoon korter bij en dus praktischer. Maar, wie weet kiezen ze later wel anders, zoals ik dat zelf eerder ook kon en mocht van mijn ouders”.

    Ga je het trainersvak in en op welk niveau wil je dan acteren?

    “Durf ik niet te zeggen omdat ik het simpel weg nog niet weet”.

    Pa is nog altijd met hart en ziel een bezige bij binnen de club. Zien we jou ooit in een kader- of andere functie bij Maliskamp?
    “Wie weet! Maar, ook hier geldt voor mij, voor ons, de praktijk. We wonen in Berlicum en dan schat ik zo in dat ik eerder bij B.M.C. een training zal geven of een teampje leid, omdat daar dan naar verwachting ook mijn zoontjes spelen. Maar het hart, het gevoel, dat zal altijd Maliskamp zijn en blijven, dat weet ik honderd procent zeker.

    Waar zie je Maliskamp 1 over 10 jaar?
    “Een stabiele derdeklasser. Dat zou heel mooi zijn. Maar, er breekt de laatste jaren maar weinig jeugd door bij de club. Dat zou wel eens een obstakel kunnen gaan vormen”.

    Hoe zie je de toekomst van de vereniging Maliskamp?
    “Er is op dit moment jeugd en ook talent genoeg bij de club. Maar, of dat allemaal doorkomt. Een enorme keuze aan activiteiten en sporten ligt op de loer om die doorstroming te stagneren. Maar, andere clubs en sporten hebben daar net zo goed last van”.

    Is een fusie met een andere club voor jou denkbaar en waarom?
    “Voor mij is het kraakhelder dat Maliskamp zichzelf moet zien te blijven en zijn identiteit moet behouden. Die is in mijn ogen speciaal en daarmee toch wat uniek is. De Malis is de Malis en niets anders…”.

    Wie wordt er kampioen dit seizoen in de vierde klasse E?
    “Ik denk dat wij een goede kans maken. Die stille overtuiging heb ik, ook omdat - en dat klinkt misschien wat snoeverig - 4E niet de allersterkste indeling heeft. Maar, weet je wat het allermooiste zou zijn? Als R.K.K.S.V. en wij om de titel het ultieme gevecht aan moeten gaan. Wat is er mooier in deze poule dan bijvoorbeeld een beslissingswedstrijd tussen de Kruisstraat en ons? En dan voor de volle tribunes aan het hoofdveld van O.J.C. Rosmalen natuurlijk! Lijkt me een magnifiek vooruitzicht, eerlijk gezegd”.

    Welke drie clubs gaan volgens jou om behoud spelen?
    “D.S.S. ‘14, Teisterbanders en Wilhelmina. Die laatste is misschien wat verrassend, maar dat idee heb ik zo”.

    En de twee degradanten zijn?
    “Daar hoef ik niet zo heel lang over na te denken: Buren en Wadenoijen”.

    Trainer Manfred van Erp. Een R.K.K.S.V.-er bij uitstek en trainer geweest van huidige concurrent B.M.C. Hoe valt hij bij de groep?
    “Hij bevalt goed. Is een hele rustige en ook ingetogen man die op tactisch gebied zeker een aanvulling vormt op onze groep. Hij wekt duidelijk de indruk steeds meer op zijn plek te zijn”.

    Hoe kijk je aan tegen de overstap van nogal wat clubs nu en in de toekomst naar het zaterdagvoetbal?
    “Het spelen op zaterdag heeft de toekomst. Ik verwacht dat over een jaar of twintig het zondagvoetbal niet meer bestaat”.

    Hoe kijk je terug op:

    -        je jeugdjaren bij Maliskamp?
    “Heel prettig. In prima teams gespeeld met veel talent. Jammer dat er zo verdomde weinig zijn teruggekeerd bij de club.

    -        je periode bij F.C. Den Bosch?
    Dat waren vijf mooie jaren, een mooie periode ook waarin ik best veel leuke momenten heb gekend.

    -        je 16 seizoenen die je nu sinds 2006 weer voor Maliskamp hebt gespeeld?
    “Tja, dan kun je spreken van sportieve ups zowel als downs….

    -        de trainers die je hebt meegemaakt, en wie springt er dan uit?
    “Dan noem ik toch Theo van Geffen en Willem van den Berg. Ook op ons niveau kon je dat ware peoplemanagers noemen. En qua spelintelligentie, het voetbalgogme, zeg maar, vond ik Koos Meesters er wel wat uitspringen”.


    Stel Wes en Raf kiezen inderdaad voor B.M.C. Wat doe jij dan?
    “Zeker is, dat ik me niet ga opdringen. Maar, als ik zie dat de jongens behoefte hebben aan meer gerichte oefenstof, nou, dan is erwel een kans dat ik opsta en dat ik me er op dat moment op de een of andere manier mee ga bemoeien…”.

     

                                                                               

                                                                                Ron, Noortje, Wes en Raf